Fatsoen & mode, dezelfde afkomst
Fatsoen gaat over de manier waarop iemand zich hoort te gedragen. Van een onbeleefd persoon wordt gezegd dat hij 'geen fatsoen heeft'. Als je thuis je oudste broek draagt, is dat geen probleem. Maar als je uitgaat, moet je 'fatsoenlijke' kleren (heel, schoon en netjes) aantrekken.
Hendrick Avercamp, de winterschilder
Hendrick Avercamp werd in 1585 geboren in Amsterdam. Hij was een zoon van Berent Avercamp en Beatrix Vekemans. In 1586 verhuisde het gezin naar Kampen. Zijn vader kreeg daar een baan als apotheker.
Toen Hendrick een jaar of twee was, ontdekte vader Avercamp dat zijn zoon niet kon horen. Omdat hij doof was, leerde hij ook nooit praten. Hendrick was doofstom. Zijn moeder leerde hem lezen, maar in schrijven had hij niet veel zin. Hendrick tekende liever.
Sinterklaas
Sinterklaas is eigenlijk de heilige Nicolaas van Myra (in Turkije).
Hij is bekend om zijn wonderen. Hieronder een paar voorbeelden.
Het bekendste verhaal is dat van de drie studenten, onderweg naar Athene.
Ze sliepen in een herberg en de herbergier vermoordde hen.
Hij stopte ze in een ton met pekel, om hun vlees goed te houden.
Een tijdje later overnachtte Sint Nicolaas in de herberg en hij droomde van de moord.
Sint Nicolaas riep de herbergier bij zich en sprak hem streng toe.
Toen bad hij tot God en de studenten werden weer levend.
Ons woord elf heeft een ingewikkelde afkomst. In de tijd dat er nog geen wiskunde was, telden mensen als kinderen. Tot tien ging nog wel. Je hebt per slot van rekening tien vingers waar je op kunt tellen. Maar daarna was het ... acht, negen, tien..... eh...... veel.
Elf kom van ainlif en dat betekent: ik heb er één over. Net als twaalf van twalif komt en betekent: ik heb er twee over. Daarna komt het trucje met de tien: dertien, veertien etc.
In veel Europese talen heb je aparte woorden voor elf en twaalf: eleven, twelve (Engels); elf, zwölf (Duits); onze, douze (Frans); once, doce (Spaans).
Elf wordt ook het 'gekkengetal' genoemd. Op 11 november (de elfde van de elfde) wordt in het zuiden van Nederland een soort vóór-carnaval gevierd. De uitdrukking 'Spuit elf geeft ook nog water / modder' betekent dat iemand van wie je het niet verwacht ook nog iets zegt (wat je natuurlijk niet serieus neemt).
En iemand die te elfder ure komt, komt op het laatste moment. Dit is een gezegde uit de Bijbel, waar veel spreekwoorden en gezegdes in het Nederlands vandaan komen.
Maar een elf is ook een sprookjesfiguur. Het woord in deze betekenis komt waarschijnlijk van het Germaanse albiz. In de naam Alfred zit bijvoorbeeld een elf verborgen. Het betekent: persoon die wijze raad krijgt van de elfen.
De beroemdste elf uit de wereldliteratuur is misschien wel Oberon, de elfenkoning uit Shakespeares Midzomernachtsdroom. Maar ook J.R.R. Tolkien, auteur van 'In de ban van de ring' (The lord of the rings) houdt erg van elfen. Bij hem zijn het puur goede wezens. Hij heeft zelfs eigen talen voor hen verzonnen.
Elfen, of ze nu goed of slecht zijn, zijn altijd natuurwezens. Ze dansen bij maanlicht en zitten op 'elfenbankjes' een soort paddenstoelen die als 'bankjes' om een boom groeien.
Het meervoud van het getal elf (11) is elven. Iemand die iets op zijn elvendertigste doet, doet het heel langzaam, zonder moe te worden.
Het meervoud van de sprookjesfiguur elf is: elfen